Bijzondere soorten in onze projectgebieden
Waar wij grondstoffen winnen, kijken we wat we achterlaten. Zo werken we aan nieuwe landschappen. Fijne plekken om te recreëren, wonen en werken, met ruimte voor water, natuur en duurzame energie. De aanleg van nieuwe natuur betekent ook de komst van nieuwe en bijzondere soorten dieren en planten. Dit komt de ontwikkeling van een natuurgebied ten goede, want waar veel verschillende soorten te vinden zijn, neemt de biodiversiteit toe. Er zijn in de afgelopen jaren weer bijzondere soorten gezien op en nabij onze projecten.
Schaal is belangrijk voor veel aspecten in de natuur; hoe groter, hoe beter. Onze ecoloog Jildert Hijlkema zegt daarover: “het mooiste is als we een netwerk van gebieden kunnen maken die we met elkaar verbinden. Dat is belangrijk voor de ontwikkeling van flora en fauna. Het Rivierengebied is daar een goed voorbeeld van. Het aandeel natuur neemt daar echt toe. Dat zou heel mooi zijn: een robuuste natuurverbinding langs alle grote rivieren: IJssel, Maas en Rijn. We zijn daarmee op de goede weg, maar er is ook nog veel werk te doen.”
Zadellibel en zuidelijke keizerlibel in Hemelrijkse Waard en Millingerwaard
In de afgelopen jaren zijn weer allerlei nieuwe soorten insecten gespot. Wat dacht je van de zadellibel die van oorsprong in Egypte en Israël voorkomt, maar met aanhoudende zuidenwind in Nederland terechtkomt? Ze houden van ondiepe, snel opwarmende wateren zoals we die vinden in de Hemelrijkse Waard en de Millingerwaard. Dat geldt ook voor de zuidelijke keizerlibel. De zadellibel is overigens geen blijvertje, omdat de larven de Nederlandse winter niet kunnen overleven.
Das, velduil en steltkluut bij Diedensche Uiterdijk
De das houdt van ruige oeverhoekjes zoals die na kleiwinning in de Diedensche Uiterdijk zijn ontstaan. Een project van Natuurmonumenten en Rodruza, waarvan Wetering de uitvoering voor haar rekening neemt. In feite zijn zij onze buren bij het project Demen-Dieden, waarvoor wij vanaf begin volgend jaar in de startblokken staan. In april van dit jaar verbleven er tot wel vier steltkluten in het gebied. Deze schaarse maar toenemende doortrekker en broedvogel houdt van ondiepe wateren die door kleiwinning ontstaan. Gedurende het winterhalfjaar doet ook de velduil regelmatig het gebied aan. Door de ruigheid van het landschap zijn er volop muizen te vinden.
Foto's: dassenpootafdruk, velduil en steltkluut.
Fuut en zeearend
De fuut is weliswaar niet heel bijzonder en is ook in voorgaande jaren veel gezien, maar het is wel een goede indicator van de aanwezigheid van vis in zandwinplassen zoals de Lingemeren en de Blauwe Kampse Plas. De zeearend (ook wel ‘vliegende deur’ genoemd) wordt overeenkomstig de landelijke trend steeds vaker gezien in onze gebieden, onder andere in de Millingerwaard en de aangrenzende Erlecomse Kaliwaal. Het eerste broedgeval in deze gebieden lijkt een kwestie van tijd.
Kleine plevier, visdief en rugstreeppad dol op pioniersomgeving
De kleine plevier, de visdief en rugstreeppad zijn dol op pionierssituaties die vaak in de beginfase bij grondstoffenwinning ontstaan, zoals de Lingemeren, Millingerwaard, Bemmelse Waard en Havikerwaard. Leuk om te noemen is de waarneming van een paartje ijseenden dat in 2020 een broedpoging deed op de oevers van de Lingemeren. Bijzonder, omdat een jaar eerder op de Markerwadden pas voor het eerst een ijseend met vier kuikens werd gezien in Nederland. Helaas mislukte de broedpoging bij de Lingemeren, vermoedelijk door toedoen van een natuurlijke vijand. Hopelijk gaat het in de toekomst lukken in ons gebied.
Foto's: visdief jong, rugstreeppad en kleine plevier.
Uitdagingen voor de toekomst
Rietontwikkeling Erfkamerlingschap
Jildert: “De uitdaging is om projecten binnen de steeds complexer wordende wetgeving van de grond te blijven krijgen. Ook de druk op de ruimte blijft iets om rekening mee te houden. Tijdens de coronaperiode zie je dat recreëren dichtbij huis belangrijker is dan ooit. Dat zal blijven en daar kunnen wij met onze projecten aan bijdragen. Het is hierbij belangrijk dat we ruimte voor de natuur blijven maken en daarbij uitgaan van een heldere zonering. Erfkamerlingschap en Revensweert zijn bijvoorbeeld (grotendeels) niet voor publiek toegankelijk. Dat heeft alles te maken met de doelen die we nastreven: een fijne leefomgeving creëren voor zeldzame moerasvogels. Bij Erfkamerlingschap heb ik deze zomer de roerdomp gehoord, dat was heel gaaf. Hij klinkt een beetje als een misthoorn.”
Het belang van biodiversiteit
De uitdaging zit hem dus in ruimte creëren voor de natuur waardoor steeds meer soorten zich er thuis gaan voelen en er een vaste plek vinden. Dat is goed voor de biodiversiteit. Als je het letterlijk neemt, is biodiversiteit de afwisseling in leven. Verschillende soorten houden de natuur in balans en hebben onderling complexe relaties. Die variatie is belangrijk voor het evenwicht in de natuur. Ook voor de mens is biodiversiteit van levensbelang. Het zorgt voor schoon water, vruchtbare grond voor voedsel, en het levert grondstoffen voor de bouwsector.