"Ik wilde boer worden, dat is kleiboer geworden"

~ Collega Jeroen van Heumen aan het woord ~

Als iemand uitstraalt dat hij plezier heeft in zijn werk, dan is het Jeroen van Heumen wel. Deze goedlachse uitvoerder bij Delgromij startte al in 1994 bij ons bedrijf. Reken maar uit: dat zijn 30 werkjaren op de teller. Of het werk weleens verveelt? “Nee, nooit. Het is altijd weer anders en ik kom op zoveel verschillende plekken met allerlei soorten mensen. En dagelijks met klei bezig zijn, is te gek. Bovendien is het allerfijnst dat ik altijd buiten werk. Ik zou niks anders willen.”

Middle section

Je hebt eens gezegd dat je boer wilde worden

Jeroen: “Dat klopt. Van kleins af aan wilde ik buiten zijn en ik was dol op dieren. Mijn doel was om daar iets mee te gaan doen. Daarom deed ik de MAS (Middelbare Agrarische School). Eenmaal met een diploma op zak kwam ik terecht bij het uitzendbureau. Ik wilde kijken wat ik leuk zou vinden en wat verschillende baantjes uitproberen. Op dat moment was er de keuze uit een baan bij een varkenshouderij en een tuinder. Maar diep in mijn hart wilde ik liever met koeien werken. De uitzendkracht zei toen ‘we hebben wat leukers’. Dat was een baan als meethulp.”

Meethulp is toch totaal iets anders?

“Bij Grontmij, waar Delgromij voorheen onderdeel van was, kon ik via het uitzendbureau aan de slag als meethulp. Eerlijk gezegd dacht ik dat het niks zou worden. Het buitenwerken sprak me aan, maar mijn hart lag toch echt in de agrarische hoek.”

Zo zie je maar, van de ene op de andere dag ben je kleiboer

Jeroen van Heumen
Delgromij teaser img

“Gerrit Visser was landmeter en nam me onder zijn vleugels mee. Jammer genoeg leeft hij niet meer, maar hij liet me kennis maken met het werkveld. Er ging een wereld voor me open en ik bleek toch wel geïnteresseerd te zijn in deze tak van sport. De wereld van klei is totaal iets anders, maar het mooie is het buiten zijn. En het werken in een klein en leuk team.”

Hoe ziet jouw loopbaan bij Delgromij er uit?

“Ik startte dus als meethulp in 1994. Een half jaar later kwam ik in vaste dienst. Op een gegeven moment ging collega Gerrit met pensioen en ging ik aan de slag als landmeter. Vanuit daar groeide ik in 2002 – toen uitvoerder Sjaak van de Male met pensioen ging - door naar uitvoerder. Dit werk doe ik nu dus ruim 20 jaar. Collega Hendrik Sanders – ook nog altijd in dienst bij Delgromij – nam destijds mijn werk als landmeter over. Inmiddels is hij ook uitvoerder bij Delgromij.”

[op de foto: links Jeroen, rechts Hendrik Sanders]

Wat doet een uitvoerder?

“Als uitvoerder kijk ik naar de specificaties van klei. Wat heeft een klant nodig? We maken dit namelijk op recept. Je zorgt voor de juiste samenstelling en een tijdige levering bij de klant. Onze klanten zijn onder meer steen- en dakpanfabrieken die van de klei bijvoorbeeld bakstenen en dakpannen maken. Dat is het mooie aan klei: het is een bouwgrondstof, die de basis is voor de grofkeramische industrie.”

Kwaliteit staat altijd voorop!

Jeroen

“Dagelijks verwerk ik kleimonsters in ons depotprogramma. Het is belangrijk om onder de streep uit te komen bij de gevraagde specificaties. Uiteraard ga ik samen met de projectleiders naar onze klanten om te horen wat de vraag is. Dat noemen wij een startgesprek. Samen met de klant kijken we hoe we aan zijn wensen kunnen voldoen. Daarbij staat kwaliteit altijd voorop. We betrekken daar TCKI (Technisch Centrum voor Keramische Industrie) bij als onafhankelijk adviseur. Zij doen de analyse en sturen ons de cijfers op. Met die cijfers brengen wij onze klei per perceel in kaart en kunnen wij verder. Ook kan onze klant met de gegevens nagaan of hij op deze manier de juiste samenstelling kan krijgen voor zijn producten. We gaan daarbij net zo lang door tot we de juiste samenstelling hebben. Het is soms even puzzelen, maar meestal lukt het.”

Wanneer heb je een leuke werkdag?

“Als alles netjes en vlot verlopen is. Het geeft een goed gevoel als het onder controle is en ik niet heb hoeven ingrijpen. En het allermooiste is als de zon schijnt. Dan is iedereen vrolijker!”

En wanneer is het wat minder?

“Als de klei niet naar wens is van de klant. Dat kan af en toe voorkomen. Of als er een slechte partij klei binnenkomt. Dan roep ik ‘even stoppen’. Want klei waar bijvoorbeeld (restjes) schelpen, wortels, kalkpitjes of teveel zand in zit, kan problemen opleveren in het productieproces bij de steenfabriek. Dat wil je altijd voorkomen. Het moet gewoon goed zijn.”

“Het team van Delgromij is een soort familie”

“Ons team is net familie. De meeste collega’s zitten er al heel wat jaren. Dan ken je elkaar door en door. Ik vind dat fijn. Je weet wat je aan elkaar hebt. En als er een keer wat is, dan praat je het uit en ga je weer verder. We doen het samen. Overdag zijn we bijna altijd op pad. We proberen elkaar daarom vaak in de ochtend of in de middag in de keet in Echteld (bij Tiel) te treffen. Dat ligt redelijk centraal in ons werkgebied.”

Wat maakt Delgromij zo’n leuk bedrijf om voor te werken?

“Dat is het hebben van een bepaalde mate van vrijheid. Ik zorg dat ik voldoe aan de verwachtingen. Daarbij vind het fijn om het op mijn eigen manier te doen. Door mijn functie heb ik veel contact met aannemers en hun personeel, maar ook met Rijkswaterstaat en overheden. Je komt veel verschillende mensen tegen. Gezamenlijk maak je iets moois.”

Ik zit op mijn plek en vind het iedere dag een uitdaging om het kleidepot goed te krijgen. Onze klanten kunnen daar weer mooie producten van maken

Jeroen

“Je werkt met een product dat je later terugziet in de vorm van bijvoorbeeld bakstenen in huizen en gebouwen. Zo heb ik mijn huis verbouwd waarbij de dakpannen van Wienerberger komen, de straatstenen van Vandersanden en de gevelstenen van de Rijswaard.”

“Overigens vind ik het een sterk en uniek punt van Delgromij dat wij met ‘mindere’ klei altijd betere kwaliteit kunnen maken”

En als je even niet met klei bezig bent, dan ..?

“Er is zeker nog een leven naast klei en Delgromij. Ik woon in Oss met mijn vriendin. Van jongs af aan ben ik met duiven bezig. Al ruim 40 jaar. Mijn opa had sierduiven. Dat vond ik erg leuk, maar in Hernen waar ik destijds woonde was iemand met postduiven. Dat vond ik nog leuker. Inmiddels heb ik zelf ruim 100 duiven waarmee ik aan wedstrijden meedoe. Ze zijn nu bijvoorbeeld onderweg naar Barcelona en vinden dan hun weg weer naar huis. De jonge duiven, waarvan ik er zo’n 140 heb, blijven thuis en vliegen hier hun rondjes. Het kost veel tijd, maar ik ben er graag mee bezig en zou niks liever willen.”

Waar zie je jezelf over 5 tot 10 jaar?

“Diep in mijn hart zou ik nog ik nog wel wat anders willen. Iets met de duivensport. Maar ik heb het nu naar mijn zin bij Delgromij. Misschien dat ik de laatste jaren voor mijn pensioen het werken bij Delgromij kan afbouwen en kan combineren met meer tijd voor de duivensport.”

Wat betekent duurzaamheid voor jou?

“Over het algemeen kan ik me behoorlijk storen dat alles maar duurzamer moet. Zeker omdat het ten koste moet gaan van boeren. Het kan ook anders, denk ik dan. Maar als ik denk aan mijn dagelijks werk betekent het vooral het onderhouden en aangaan van (nieuwe) relaties. Het is een spel van geven en nemen. Ook met collega’s. Dat is belangrijk, want je hebt elkaar nodig. Alleen ben je niks en een oude slogan van ons bedrijf houd ik daarbij altijd in het achterhoofd ‘winnen doe je samen’.”

“Verder zie ik in mijn dagelijks werk dat er steeds meer bij komt kijken. Zo hebben we meer administratie omdat je dingen moet vastleggen. Zo kun je zorgen voor de beste kwaliteit. Ook speelt veiligheid een steeds belangrijkere rol. En terecht.”

Wat is je wens voor de toekomst?

“Mooi zo doorrammelen en kijken wat de toekomst brengt. En een grote droom van mij is om van mijn duivensporthobby de laatste jaren voor mijn pensioen mijn beroep te kunnen maken. Belangrijk voor nu vind ik het prettig met elkaar kunnen blijven werken, met collega’s, onze aannemers, klanten en anderen.”