In het Rijnstrangengebied werkten we samen met Staatsbosbeheer aan natuurontwikkeling, met de nadruk op de ontwikkeling van waterriet.
Waterriet is schaars in de Nederlandse moerasgebieden. De daarvan afhankelijke bewoners, zoals de roerdomp, snor en grote karekiet, worden steeds minder vaak gezien. Ook in de Rijnstrangen is dat het geval. Het riet is er verdroogd en verruigd. Samen met Staatsbosbeheer hebben we een plan gemaakt om gunstige omstandigheden te creëren voor de ontwikkeling van waterriet.
Uitwisseling van grond en klei
Waterriet is erbij gebaat dat het in delen van het jaar met de ‘voeten in het water’ staat. Doordat de Rijnstrangen door de jaren heen zijn opgeslibd, wordt het gebied steeds droger. Daarom hebben we in het Erfkamerlingschap delen van het gebied 10-15 cm verlaagd door grond af te graven. Binnen de verlaagde gebieden (compartimenten) van 0,5 tot 0,8 hectare die daardoor ontstonden, bleek het mogelijk rietvegetaties met een hoge dichtheid te ontwikkelen.
De afgegraven grond werd in de nabijgelegen Drie Dorpen Polder toegepast voor hercultivering. In Drie Dorpen Polder wordt keramische klei afgegraven door onze dochteronderneming Delgromij. De afgegraven klei is vervangen door de grond uit het Erfkamerlingschap. Hiermee kan de agrarische functie in de Drie Dorpen Polder worden gehandhaafd.
Een geslaagd plan
Het gereguleerde waterpeil van 10-15 cm binnen de gegraven compartimenten (zie ook het inrichtingsplan) en de ganzenwerende maatregelen (overspannen met linten) bleek cruciaal bij het planten van rietstekken en de groei ervan. Inmiddels heeft zich in die compartimenten een dichte rietvegetatie ontwikkeld. Bovendien zijn er al enkele broedparen van de grote karekiet gezien.
De ervaringen van Erfkamerlingschap zijn inmiddels ook toegepast op het ontwerp van het naastgelegen gebied Revensweert. Hier werken Staatsbosbeheer en K3Delta eveneens samen aan natuurontwikkeling.
Boswachter Twan Teunissen van Staatsbosbeheer schreef een blog over de geslaagde rietontwikkeling.