Van deze diepe plas hebben we een ondiepere plas gemaakt waarbij de natuur in en rondom het water kan floreren.
De Koornwaard ligt in het uiterste westen van Gelderland, in het rivierengebied, en is een voormalige zand- en kleiwinplas. De plas is volledig in eigendom van Staatsbosbeheer. Staatsbosbeheer wilde de natuurwaarden in en rond de plas verhogen. De afgelopen jaren hebben Staatsbosbeheer, Waterschap Rivierenland en onze dochteronderneming Grondbank GMG in nauwe samenwerking een plan gemaakt en uitgevoerd om in en rond de plas een goede basis te creëren voor natuurontwikkeling.
Diepe plas
Door zand- en kleiwinning in het verleden is de plas De Koornwaard ontstaan. Na de winning van het zand en de klei was de plas 22 meter diep. Diepe plassen horen van nature niet thuis in het riviersysteem en de diepte is bovendien een ecologisch ongunstige situatie. In dit soort diepe plassen kunnen flora en fauna zich onder water beperkt ontwikkelen. Het zijn koude, donkere plassen met steile oevers. De plas is daardoor in de diepere delen ongeschikt voor waterplanten en de plasbodem is onbereikbaar voor duikende watervogels.
Natuurontwikkeling door verondieping
Staatsbosbeheer wilde de plas natuurlijker maken. Ook omdat de plas en de directe omgeving onderdeel uitmaken van het Natura-2000 gebied, de Ecologische Hoofdstructuur (EHS) en de Kader Richtlijn Water (KRW). Grondbank GMG heeft de plas natuurlijk gemaakt door deze te verondiepen. Door het maken van flauwere onderwatertaluds en verondiepingen verbetert met name het onderwatermilieu en kan er zich op termijn een brede schakering aan waterplanten ontwikkelen. Als de bodem minder diep wordt en de oevers flauwer worden, kan het zonlicht namelijk de bodem over een groter oppervlak bereiken. Daardoor kunnen er planten groeien. En waar planten zijn, zijn vissen, andere waterdieren en vogels. Ook verbetert de waterkwaliteit, omdat de (onderwater)planten zuurstof afgeven aan het water.
Specie uit de Beneden-Linge
De herinrichting realiseerden we door het verantwoord en zorgvuldig toepassen van herbruikbare baggerspecie (waterbodem) dat vrijkwam bij het baggeren van de Beneden-Linge. Waterschap Rivierenland voerde in de Beneden-Linge baggerwerkzaamheden uit om de rivier weer beter bevaarbaar te maken. Hierbij kwam een grote hoeveelheid gebiedseigen materiaal vrij dat grotendeels geschikt was om weer nuttig toe te passen. Door dit lokale materiaal in te zetten voor de herinrichting van de Koornwaard vonden we een in alle opzichten duurzame oplossing om een goede basis te creëren voor natuurontwikkeling in en rondom de Koornwaard. Het project is in 2016 afgerond. De Koornwaard kan zich in alle rust gaan ontwikkelen.