In samenwerking met de omgeving en andere betrokken partijen hebben we een divers natuurgebied gerealiseerd.
De Kraaienhof, gelegen in de Ooijpolder ten oosten van Nijmegen, is een gebied geworden met open en gesloten, en droge en natte delen. De herinrichting van dit gebied is mogelijk gemaakt door de winning van zand. Het project is in 2015 afgerond.
Historie
Al voordat onze dochteronderneming K3Delta in 2003 bij de Kraaienhof betrokken raakte, lagen er vergunningen voor een diepe zandwinning. Ondanks deze vergunningen bestond er weerstand tegen de plannen. De omgeving en belangengroepen vonden dat er te dicht bij de dijk werd gegraven en dat de plas landschappelijk slecht was ingepast. In uitvoerig en constructief overleg met de gemeente, omwonenden en andere betrokken partijen hebben we een plan gemaakt om de zandwinning in aangepaste vorm uit te gaan voeren.
In gezamenlijkheid is er een plan ontwikkeld met als belangrijkste doelstellingen:
- Een groter maatschappelijk draagvlak;
- Een betere landschappelijke inpassing door een meer vanzelfsprekende oever- en waterlijn;
- Een grotere afstand tussen de zandwinning en de dijk;
- Een eindbeeld met een hoger ecologisch rendement.
We hebben bij het ontwerp goed gekeken naar hoe we de Kraaienhof goed konden inpassen in de omgeving. De Kraaienhof is het overgangsgebied van het riviersysteem van de Waal naar de binnendijks gelegen wateren van de Ooijse Graaf. Daarmee heeft de Kraaienhof dus een belangrijke, verbindende functie.
Natuur
Met de zandwinning en de daarmee gepaard gaande mogelijkheden om de natuur te ontwikkelen, konden we de regionale ecologische structuur versterken. Dat wil zeggen dat we bij de ontwikkeling van de natuur rondom de plas aansluiting hebben gezocht bij de natuur die er al in de (wijdere) omgeving is. Het gaat dan met name om rust- en foerageergebieden voor waterwild (ganzen, eenden, aalscholvers etc.) en (kleinschalige) moeras- en bosontwikkeling.
Een divers natuurgebied
Dat hebben we gerealiseerd door de oevers flauwer af te laten lopen waardoor er meer ondiepe (moeras)zones zijn ontstaan. Ook hebben we begroeiing aangebracht. Op sommige plekken in het gebied hebben we bos aangeplant, en op andere delen struwelen (lager groen zoals struikgewas) en kruidenrijke vegetatie. Op weer andere plekken laten we de begroeiing zich juist spontaan ontwikkelen. Daarnaast blijven er open aanvliegroutes aanwezig voor watervogels. Ook de plas zelf vervult een belangrijke functie. Essentieel is dat er voor de watervoorziening van het gebied gebruik gemaakt kan worden van zeer schoon kwelwater. De geïsoleerde plas, die niet in verbinding staat met de rivier, is ook een zeer geschikte plas voor amfibieën om zich voort te planten.